Het was de nacht van 19 op 20 oktober. Ik zat in een auto op de achterbank. We reden over donkere landweggetjes. De bestuurder kende het fenomeen ‘remmen voor de bocht’ niet. Met 80 kilometer per uur scheurde hij door de bochten. Ik had mijn gordel om maar vloog toch alle kanten op. Ik zat niet alleen op de achterbank. Naast me, op me, onder me, voor me en boven me zaten vogels. Felgekleurde vogels. Ik schat dat het er een stuk of twintig waren. Ze waren allemaal half kaal en hadden afgeknipte snavels. Het zag er hartverscheurend uit. Zo voelde het ook. Eén vogel knabbelde aan mijn vinger. Een andere vogel pikte mijn trouwring en deed deze om zijn nek. En toen..
… Toen werd ik wakker.
Ik ben het type dat bijzonder vreemd en levendig droomt. Echte nachtelijke avonturen beleef ik. Regelmatig kan ik vliegen, sta ik op mijn sokken ergens buiten, zitten mijn tanden los of weet ik dat ik droom. Enorm vermoeiend want na zo’n nacht raar dromen word ik vermoeider wakker dan ik naar bed ging. Beetje jammer. Ik droom niet alleen raar, ik heb ook echte nachtmerries. Achtervolgingen, ontvoeringen, moorden, ik ben van alle markten thuis. Althans, ik ben altijd het lijdend voorwerp. Na zo’n droom word ik badend in het zweet wakker en valt het niet mee om normaal verder te slapen. Negen van de tien keer gaat die nachtmerrie namelijk gewoon weer verder zodra ik mijn ogen weer sluit. Ook zo jammer.
Nu heeft mijn kleine man dit dus geërfd van z’n moeder. Lekker dan. Als klein ventje werd hij ’s nachts al wel eens gillend wakker. Hij kon het toen nog niet vertellen maar aan zijn emotie en gedrag te zien, had hij dan waarschijnlijk een nachtmerrie gehad. Hartverscheurend om te zien. Meestal was een knuffel en een beetje drinken voldoende om hem weer rustig te laten slapen. Inmiddels is de kleine man een peuter. Een peuter die dingen erg intens kan beleven en diep na kan denken over bepaalde zaken. Dit moet natuurlijk ’s nachts verwerkt worden. En hoe doen we dat? Juist, door te dromen.
Laatst werd meneer huilend wakker. Ik ging, slaapdronken, naar hem toe en zat naast hem op zijn bed. Ik dacht dat hij wakker was maar meneer zat blijkbaar nog in zijn droom. Hij riep; “Nee, niet mijn zusje weggooien!”. Mijn hart brak. Wat was dat zielig om te horen en vooral ook om te zien. Hij zat nog volledig in zijn droom. Prima dat ik zo raar en veel droom maar dan hoeft mijn kleine man dat toch niet te doen. Na een paar minuutjes werd hij toch wakker en kon ik hem eindelijk troosten. Het arme ventje was behoorlijk van slag door zijn heftige droom. Gelukkig deed een slaapliedje en een beetje drinken wonderen en sliep hij snel weer als een roosje.
Dromen heeft mij altijd gefascineerd. Misschien omdat ik zo levendig droom en ze bijna altijd nog weet. Zou het ook daadwerkelijk erfelijk bepaald zijn? Of is het een kwestie van toeval dat mijn kleine man ook zo levendig lijkt te dromen? Ik ben benieuwd hoe dit zich ontwikkeld. Misschien zitten we over een paar jaar wel elke ochtend onze dromen te vergelijken. Nu ben ik namelijk altijd de enige die tot in detail haar dromen nog weet. Tot groot plezier van mijn echtgenoot. NOT!
Droom jij ook zo levendig? En hoe zit dat met je kind(eren)?
♥ ♥ ♥ Op Fulltime Mama wordt gebruik gemaakt van affiliate links. Dit betekent dat als jij op een van de links klikt, wij daar mogelijk een kleine commissie over krijgen. Het kost jou niets extra, maar het levert ons wel wat op. Met deze opbrengsten kunnen we deze website onderhouden. Ook krijgen wij soms betaald voor een artikel of we krijgen een product in ruil voor een blogpost. Onze mening blijft hierdoor nog steeds onveranderd en eerlijk. Voor meer informatie kun je de disclaimer doorlezen. ♥ ♥ ♥
Janette
28 oktober 2015 at 08:38 (9 jaar ago)Vroeger was dat ook al. Dan werd ik getrakteerd op jouw avonturen van de afgelopen nacht. Ik heb t altijd al raar, leuk, bizar gevonden, dat jij je dromen nog zo goed weet na te vertellen. Soms waren ze ook bijzonder hilarisch. En hadden we de grootste lol samen.
Bianca
2 november 2015 at 09:41 (9 jaar ago)Haha echt he. Ik weet ze bijna elke dag nog